De bedoeling van de Minister van Justitie, Koen Geens, met de nieuwe Wetboeken is een eenvoudiger en meer eigentijds recht creëren voor de mensen, zo laat hij weten in een persbericht. ‘Dat is ook zo met het nieuwe Wetboek van Strafvordering: een snellere en betere strafprocedure ten voordele van de rechtszoekende, of hij nu slachtoffer is of dader, zodat het algemeen belang beter wordt gediend. Meer dan tweehonderd jaar nadat ons basisrecht tot stand is gekomen is de tijd daar voor een algemene hercodificatie. Dit heeft de Minister transparant en uitvoerig toegelicht in zijn Hercodificatieplan van december 2016.’
‘Het is de derde keer in veertig jaar dat zo’n grootscheepse hervorming van de strafprocedure op getouw wordt gezet’, gaat het persbericht verder. ‘Het zou ook de derde keer kunnen zijn dat zij mislukt.’ De minister vindt het opmerkelijk dat men al naar rust snakt op een moment dat nog niets definitiefs in de steigers staat. ‘Temeer daar het Openbaar Ministerie (OM) bij herhaling bij de Minister heeft aangedrongen op hervormingen. Bijvoorbeeld recent nog over de burgerinfiltratie en de spijtoptanten.’
De minister maakt een heuse tijdslijn: na een eerste toelicht op 4 januari 2018, werd het OM een tweede keer geïnformeerd op 15 januari om 18u, door de voltallige expertengroep. Op dat tijdstip ‘het zogenaamd advies van het OM’ al vaststond en was verstuurd aan de Minister en de onderzoeksrechters. ‘Merkwaardig genoeg werd het advies niet overhandigd aan de experten bij het begin van de vergadering’, vermeldt het persbericht. En dat de minister het betreurt dat men probeert de haalbaarheid van de voorstellen onderuit te halen, nog voor over de voorstellen ernstig gedialogeerd is. ‘Dit strijdt met het algemeen belang en met de grote kwaliteit en inzet van de experten.’ Hij benadrukt dat hij niet gewogen heeft op de inhoud van de voorstellen.