Voor wat betreft de onderwerping van de genoemde IT-voordelen aan de sociale zekerheid zullen dezelfde forfaitaire waarde als die op fiscaal vlak in aanmerking worden genomen. De forfaitaire waarden die in de infographic worden gegeven, zijn officieel van toepassing vanaf 1 januari 2018.
Indien de werkgever een systeem voor smartphones en gsm’s instelt waarbij de werknemer het gebruik van zijn telefoon voor privédoeleinden correct betaalt, moet de werkgever geen voordeel voor het telefoonabonnement (4 €/maand) en evenmin een voordeel voor het toestel (3 €/maand) aangeven. Het speelt geen rol welk systeem gehanteerd wordt (2 SIM-kaarten, een systeem waarbij de werknemer met een toets aangeeft dat het een privégesprek betreft, een verantwoord forfait voor beroepsgebruik waarbij de werknemer het gebruik boven dat forfait betaalt,...), en ook niet of de werknemer zijn privé-aandeel rechtstreeks betaalt aan de provider of aan de werkgever.
Wat dit laatste punt betreft, ziet de RSZ het ruimer dan de fiscus. De fiscus eist onder meer dat de werknemers hun bijdrage rechtstreeks aan de provider betalen zodat er geen belastbaar voordeel is.