Hierna vindt u een beknopte weergave van enkele vragen die in het handboek aan bod komen aangaande het mobiliteitsbudget.
Wat is een mobiliteitsbudget?
Bij het mobiliteitsbudget krijgt de werknemer de mogelijkheid om zijn bedrijfswagen in te ruilen voor een bepaald jaarbudget. Dit budget kan de werknemer spenderen in drie pijlers: een milieuvriendelijkere bedrijfswagen, duurzame vervoermiddelen en eventueel een saldo in cash.
Hoe wordt het mobiliteitsbudget berekend?
Het budget wordt bepaald op basis van de totale kostprijs van de bedrijfswagen, de zogenaamde ‘total cost of ownership’. Dit omvat o.a. de leasingkost, CO²-bijdrage, brandstofkosten, niet-aftrekbare btw, en andere niet-inbegrepen kosten zoals winterbanden en verzekeringen. De totale kostprijs van de bedrijfswagen voor de werkgever vormt dus het beschikbare budget voor de werknemer.
Hoe wordt het mobiliteitsbudget behandeld ten aanzien van de sociale zekerheid en voor de belastingen?
De concrete (para)fiscale behandeling van het mobiliteitsbudget zal afhankelijk zijn van de keuzes die de werknemer maakt bij de besteding van zijn budget.
Indien de werknemer opteert voor een andere milieuvriendelijkere wagen, wordt deze (para)fiscaal behandeld zoals een andere bedrijfswagen. Het voordeel alle aard en de CO²-bijdrage zullen in principe wel lager liggen dan deze van de ingeleverde bedrijfswagen.
Het budget dat gespendeerd wordt aan duurzame vervoermiddelen is volledig vrijgesteld van sociale bijdragen en belastingen en betreft dus een volledige optimalisatie.
Het saldo dat tenslotte nog wordt uitbetaald, is onderhevig aan een bijdrage gelijk aan 38,07% (25% + 13,07%). Deze bijdrage is volledig ten laste van de werknemer. Het betreft dus geen bijkomende kost voor de werkgever.