Het corona-ouderschapsverlof was initieel voorzien voor de periode van 1 mei 2020 tot en met 30 juni 2020. Het Koninklijk Besluit nr. 45 van 26 juni 2020 (hierna: “KB nr. 45”) heeft deze maatregel verlengd tot 30 september 2020.
Uit statistieken voor mei 2020 gepubliceerd op de website van de RVA blijkt dat heel wat werknemers een beroep doen op het corona-ouderschapsverlof. In de maand mei 2020 zouden voor het hele land 36.678 werknemers corona-ouderschapsverlof hebben opgenomen. Het totaal aantal werknemers dat in diezelfde maand ouderschapsverlof met uitkeringen (inclusief corona-ouderschapsverlof) opnam bedroeg 96.037. De voordelen van het corona-ouderschapsverlof zijn dan ook veelvuldig. Zo worden de binnen het kader van het corona-ouderschapsverlof opgenomen dagen niet afgetrokken van bestaande rechten voor het klassieke ouderschapsverlof of tijdskrediet. Ook liggen de uitkeringen ten laste van de RVA hoger dan bij het klassieke ouderschapsverlof of het tijdskrediet.
Het corona-ouderschapsverlof is geen volledig autonome rechtsfiguur. Immers, het corona-ouderschapsverlof wordt uitgeoefend “onder de voorwaarden en nadere regelen zoals van toepassing volgens de wet en de koninklijke besluiten inzake het ouderschapsverlof”, in zover het KB nr. 23 niet afwijkt van deze bepalingen. Meer bepaald valt het corona-ouderschapsverlof onder de regels voor het klassieke ouderschapsverlof vervat in afdeling 5, hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen (hierna: “de Sociale Herstelwet”), alsook in het KB van 29 oktober 1997 tot invoering van een recht op ouderschapsverlof in het kader van de onderbreking van de beroepsloopbaan (hierna: “KB Ouderschapsverlof”). De waarborgen voor werknemers die de klassieke vorm van ouderschapsverlof opnemen, zoals ontslagbescherming en het recht op terugkeer in de oorspronkelijke of een gelijkwaardige functie, zijn bijgevolg eveneens van toepassing op het corona-ouderschapsverlof.
Het eerste deel van deze bijdrage zal kort de basisprincipes van het corona-ouderschapsverlof uiteenzetten. Op haar beurt belicht het tweede deel de twee belangrijkste waarborgen voor de uitoefening van het recht op (corona-)ouderschapsverlof, met name de ontslagbescherming en het recht op terugkeer in de oorspronkelijke of een gelijkwaardige functie. Dit zal telkens gebeuren met aandacht voor het wettelijk kader, zowel op Europees niveau als op Belgisch niveau. Ook komt de bij wijlen problematische afdwinging van deze waarborgen hier aan bod.