De WAP (Wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen) legt de verplichting op om een einde te maken aan het verschil in behandeling tussen arbeiders en bedienden op het vlak van de aanvullende pensioenen. Ten laatste vanaf 1 januari 2025 moet dit eenheidsstatuut ingevoerd zijn.
Tot nu toe hebben de sectorale sociale partners echter nog geen enkel harmonisatietraject afgerond. Individuele werkgevers hanteren het ‘watervalprincipe’ en wachten op sectorinitiatief om zelf actie te nemen. Deze afwachtende houding betekent dat ondernemingen slechts 2 jaar de tijd zullen hebben om te harmoniseren.
De Aon-studie waarschuwt bovendien dat de overheid door de 2de pijler te harmoniseren mogelijk een nieuw onevenwicht creëert.
Door het wettelijk pensioenplafond is de vervangingsgraad van het arbeiderspensioen groter dan bij bedienden en kaders. Het aanvullend pensioen vult dit wettelijk stelsel aan en zorgt voor een globaal evenwicht, waarbij elke groep ongeveer aan een gelijkaardige vervangingsgraad komt.
De overheid kijkt bij de harmonisering enkel naar de 2de pijler en niet naar het effect van de 1ste en 2de pijler samen.
Bron: AON Pension Survey 2018