‘Anderzijds is in het nieuwe vennootschapsrecht wel de aansprakelijkheid van de bestuurders beperkt. Ik begrijp de reden daarachter wel, het is een manier om mensen aan te moedigen om een mandaat op te nemen. Maar in die cap op de aansprakelijkheid schuilt ook weer een gevaar, want uit de financiële crisis is net gebleken dat het gebrek aan aansprakelijkheid veel problemen heeft veroorzaakt. Wie draagt dan de aansprakelijkheid? De aandeelhouders?’
[...]
Er worden op dit moment veel wetboeken herschreven. Maar misschien te veel vanuit een technisch standpunt?
Feltkamp: De vraag is inderdaad in hoeverre er daarbij wordt nagedacht over duurzaamheid.’
Hendrikx: ‘Regels hebben altijd een bepaald doel. Je ziet nu bijvoorbeeld dat in ons recht het principe van de real seat-doctrine voor ondernemingen wordt verlaten, en dat men naar een statutaire zetelleer gaat. Samen met de verlaging van de vennootschapsbelasting beoogt men daarmee vooral buitenlandse ondernemingen aan te trekken die anders vanuit het buitenland opereren. De aanpassing is gericht op meer economische groei, en duurzaamheid lijkt daarbij niet in rekening gebracht.’
‘Het recht kan wel degelijk een instrument zijn om een duurzamere economie te realiseren. In Frankrijk is nu een wetsontwerp van de regering Macron hangende voor een aanpassing van artikel 1835 van het burgerlijk wetboek, dat ondernemingen zou verplichten om rekening te houden met de milieu- en sociale impact van hun activiteiten. Het zal daarbij aan rechters zijn om dat te interpreteren.’