De wet van 31 januari 2009 over de continuïteit van ondernemingen (WCO) had onder druk van de deskundigen van de herstructureringswet, die wezen op het ontbreken van preprocedurale instrumenten, al twee vernieuwingen ingevoerd die onvoldoende werden benut. Enerzijds de ondernemingsbemiddelaar van artikel 13 WCO, anderzijds het minnelijk akkoord van artikel 15 WCO (met uitzondering van de gerechtelijke saneringsprocedure).
Ondanks de gemiste kansen van deze nieuwigheden, is men deze preprocedurale instrumenten door hun efficiëntie en discretie toch blijven doordrukken. En gezien de positieve ervaring in de buurlanden werd in wetsvoorstel nr. 2407 de pre-pack geïntroduceerd.
In feite is de pre-pack de juridische tegenhanger van een herstructureringstechniek die onze Nederlandse vrienden vaak gebruikten: de ‘sterfhuisconstructie’. Bij deze techniek werd het kaf van het koren gescheiden, of de dode takken van de boom geknipt, om zo de gezonde onderdelen van het bedrijf veilig te stellen. Hetzij door een witte ridder, hetzij door een groep ondernemingen waarvan het bedrijf in moeilijkheden deel uitmaakte. In dat geval kon men spreken van zelfoverdracht.