‘Het strafrecht is moeilijker om te hervormen. Je hebt een proces met vijf verschillende partijen: het parket, de zetel, de onderzoeksrechters, de burgerlijke partijen en de beklaagden. Die vijf belangen zitten voor een stuk ook verweven in de actoren. Ze hebben allemaal een zeer uitgesproken opvatting, en verdedigen die ook zeer publiekelijk. Daarnaast is er de publieke opinie. Die heeft meer interesse in strafrecht dan in pakweg de mede-eigendom, terwijl de burgers daar waarschijnlijk meer mee in aanraking komen. Het is ook niet moeilijk om de publieke opinie te bewegen over het strafrecht.’
‘Nu, mijn experten zijn klaar met hun teksten, die de basis kunnen vormen voor de discussie in de volgende legislatuur. Voor het nieuw strafwetboek is er een voorstel neergelegd in het parlement (door Raf Terwingen, nvdr), en ook voor de strafvordering is er een voorontwerp klaar. Het zal altijd moeilijk zijn, maar iedereen zal de nodige politieke wil aan de dag moeten leggen, of het zal niet lukken. Het is nochtans nodig. Kijk naar de zaak Nemmouche, het heeft 4,5 jaar geduurd om tot een proces te komen. Als je dat vergelijkt met de berechting van Anders Breivik in Noorwegen… Onze strafprocedure is lastig en lang, en is aan vernieuwing toe. Maar dat is niet eenvoudig.’